Even vooraf
Indonesisch koken is leuk en gemakkelijk. En een Indonesische rijsttafel is de ideale feestmaaltijd. Heel geschikt om samen van te genieten, zeker in deze tijd waarin veel andere vormen van ontspanning niet mogelijk zijn.

Er staat van alles op tafel dus ieder komt aan zijn trekken. Zelfs de meest kritische eter. Indonesisch eten kan pittig zijn. Maar dat hoeft helemaal niet! Hallo, jij bent de kok, dus dat maak je lekker zelf uit. Toch?
Veel basis-ingrediënten vind je in de grotere supermarkt. En zéker in een Toko. Dat is véél goedkoper, en de kwaliteit wil ook nog wel eens beter zijn.

Groente- en vleesgerechten worden in de Indonesische keuken veelal in een speciale pan (wadjan of wok) bereid, door ze op hoog vuur om te scheppen met een… schep (sodet). Hierdoor blijven groenten wat steviger. Bovendien blijven smaak en voedingswaarde zo veel beter behouden.
Als je nog geen wok hebt, kun je er hier een vinden:
Op deze site kun je bestellen wat je voor Indonesisch koken nodig hebt. Maar je zult veelal toekunnen met het gereedschap dat je al in je keuken hebt.
En vergeet niet: je hebt vaak geen kookwekker nodig. En een extra schepje van een ingrediënt verandert de smaak (een beetje) , maar verpest niet snel je gerecht. Probeer gerust wat uit, er mag bij Indonesisch koken best gerommeld worden!
Indonesië is een eilandenrijk. Dus men eet er veel vis. Het land is overwegend Islamitisch, maar toch bestaan er ook heel wat varkensvleesgerechten (bv. van Bali, of de Molukken). Wij maken een rijsttafel met een groente-, kip- en varkensgerecht.
Een Indonesische rijsttafel dek je met bord, vork en lepel. Geen mes want vooraf heb je alles ‘hapklaar’ gesneden. Ook geen stokjes, dat is Chinees. En China is een heel eind roeien vanuit Indonesië…

Wat je nodig hebt
1: Gereedschap
Veel Indonesische gerechten bereid je in vrij korte tijd, op hoog vuur. Door te roerbakken. Hiervoor heb je dus een wadjan (Chinezen noemen dit een wok) nodig. Let op: heb je een gasfornuis, koop dan een wadjan met bolle bodem. Kook je electrisch, gebruik dan een wadjan met afgeplatte bodem. Koop anders eerst een fornuis en zet het in je keuken. Koop anders eerst een keuken.
Voor het roerbakken gebruik je een sodet (metalen schep). Geen anti-aanbak-ding of plastic spatel dus! Een sodet vind je in een kookspeciaalzaak of Indonesische winkel. Maar een metalen schuimspaan werkt ook best.
2: Basis-ingrediënten
- Ketjap manis
- Santen of santenmix (=kokos)
- Laos
- Ketoembar (= koriander)
- Koenjit /Kurkuma (= geelwortel, gebruik desnoods kerrie)
- Djahé (= gemberpoeder)
- Djintan (= komijn)
- Sambal oelek (te heet? Koop dan sambal manis, die lust jij ook)
- Kemirienoten
- Trassie (Dit stinkt naar de zweetvoeten van een terminale zwerver. Maar ín een gerecht is het erg lekker. Toch te vies? Koop sambal trassie, die lust jij ook)
- Citroensap of azijn.
- Met dit lijstje kun je zowat alle Indonesische gerechten kruiden.
Maar nu eerst: een Molukse band, om in de sfeer te komen! Aanstekers klaar!
GERECHT 1: BABI PANGANG
- Snijd 400 gr varkenslapjes in repen.
- Laat dit 60 min marineren in ½ ui (versnipperd), 2 teen knoflook (versn.), 2 tl djahé, 3 el Ketjap, beetje citroensap + peper + zout
- Zet hele mengsel + vlees met scheut water op vuur en stoof gaar op lage temp.
- Daarna alles in ovenschaal en 15 min. in oven (200 gr.)
De bekende Rode Saus:
- Fruit 1 ui en 2t. knoflook (versn.)
- Voeg 100 ml bouillon, 2 el suiker, 1 el sherry (of droge wijn) en 150 gr tomatenpuree toe
- Kook 5 min. door (zachtjes roeren).

Hiervoor heb je natuurlijk wel een ovenschaal nodig.
Nu ik net die aantekening in mijn kookboek zag staan, heb ik voor jullie even opgezocht wat er nr. 1 stond in de TOP40 van 15 september 1986. Want jullie houden van oude clipjes, zo lieten jullie weten. Wow, dat is wel een mooie song:
1986: Jaaah! de tijd van de mannenpermanentjes. Bruce Hornsby uit Virginia (VS) met zijn nr. 1-hit. Hij is vorige week (23 nov.) trouwens 66 geworden.
Voor het volgende gerecht van onze rijsttafel : even verder scrollen naar onder.
GERECHT 2: SATÉ

Altijd een succes, een lekker sate’tje. (Ja, zo spel je dat tegenwoordig. Kan het ook niet helpen...). ‘Lang genoeg marineren’… dat is de truc. Verder kan elke halve zool het. Komt ie:
- Snijd 500 gram kipfilet of varkenslapjes in blokjes. (kipsate is malser, varkenssate heeft meer ‘bite’)
- Meng in een schaal: 2t knoflook (versnipperd) óf 1 el knoflookpoeder, 1 ui (versn.) óf 3 el uienvlokjes, 5 el ketjap, 1 tl ketoembar/koriander, 1tl djintan/komijn, 1el bruine suiker en beetje zout + peper
- Voeg vlees toe, schep om en laat alles marineren. Advies is 120 minuten, maar je kunt het spul ook 1 dag ervoor in koelkast (of buiten) zetten.
- Rijg blokjes vlees per 3 of 4 aan satepin en stoof ca 30 minuten in oven of grill (160 graden).
Pindasaus… echt Hollands, lekkers overal pindasaus op kliederen! Veel pubers zijn er goed in. Zin in? Zo maak je hem zelf:
- Meng 1 ui (versn.), 2t knoflook of 1 el knoflookpoeder, beetje sambal en 1/2 tl trassie (of nie…) en fruit dit 2 minuten
- Voeg halve pot pindakaas toe (zonder de pot). Zet vuur laag en roer vaak!
- Voeg toe 2 el ketjap, 1 tl bruine suiker, stukje santen (of anders maar niet) 200 ml water en beetje zout
- Kook op laag vuur terwijl je blijft roeren. Dit gaat vooral goed met een slagroomkloppertje.
- Saus te dik? Voeg water toe. Te dun? Lekker verder koken tot je de juiste dikte hebt. Te veel pindasmaak? Voeg 1 el ketjap en/of sambal toe. Te sterk? Wees eens tevreden!
En dan nu… alle handjes de lucht in!
GERECHT 3: TJAP TJOY
Tjap Tjai (bij ons beter bekend als ‘Tjap Tjoy’) is egen Indonesisch gerecht. Maar Chinees. Maar omdat het goed bij een rijsttafel past maken we het lekker tóch. Een beetje Chinees zou daar over kunnen mopperen. Nou, dat moet dan maar, we doen het tóch. Tjap Tjoy is namelijk een vrij zacht gerecht in bouillon, en dat kunnen we goed gebruiken bij de wat stevigere saté en babi pangang.

- Kook 500 gr kipfilet (in blokjes) in water of bouillon, en laat daarna uitlekken
- Snijd in kleine stukjes: 150 gr worteltjes, 150 gr sperciebonen, 250 gr bloemkool, 250 gr witte kool en kook dit alles half gaar (ca. 10 min.)
- Fruit 1 grote ui (versn.) en 2 tl djahé/gemberpoeder in wok of grote braadpan/koekenpan
- Voeg aan de ui/djahé toe: de groenten, 2 liter bouillon, het vlees, 1 blikje bamboescheuten en op het laatste moment 150 gr taugé
- Laat even doorkoken, eventueel binden met aardappelmeel of maizena
- Breng op smaak met ketjap en wat zout/peper
In dit gerecht wordt vaak ve-tsin gebruikt. Dat is te koop in iedere supermarkt (klein potje, meestal van Conimex). Ve-tsin staat ook bekend als smaakversterker E621 en het gebruik is niet onomstreden. Er bestaan mensen die er overgevoelig voor zijn, dus wees terughoudend of laat het weg.
WAT ZET JE VERDER NOG OP TAFEL?
Dit kan van alles zijn. Onderstaand rijtje is een suggestie. Niets moet, alles mag.
- Atjar (in potjes te koop)
- gebakken uitjes
- pinda’s
- kroepoek
- sambal (oelek is heet, manis niet. Er zijn nog vele andere soorten, veelal minder heet dan oelek)
- sojasaus / ketjap
- kokos
- spaanse pepers
- bruine suiker (hiermee kun je een teveel aan sambal neutraliseren. Water werkt niet!)
- Kaasstengels of andere hartige zoutjes

Eet smakelijk!